Bezetting en evacuatie:
Evacuatiemogelijkheden bestaande gebouw mogen niet beperkt worden door het aanbouwen van een tijdelijke constructie;
1 uitgang = max. 50 personen, anders 2de uitgang (tot 500p); (volgens aangegeven maximale capaciteit)
Breedte uitgangen en evacuatiewegen a rato van 1cm/p;
Evacuatieafstand: looplijn is max. 45m;
Uitgangen en evacuatiewegen zijn steeds vrij en bruikbaar;
Voorzien van veiligheidsverlichting en pictogrammen;
Bouwmaterialen en functionele decoratie:
Daken, plafonds en valse plafonds moeten volgens de ‘oude’ Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren bij de (reactie bij brand) klasse A1 : moeilijk ontvlambaar, of klasse A0 : niet brandbaar. Volgens de Europese norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen te voldoen aan:
A1 ofwel
A2-s1-d0 ofwel
B-s1-d0
De verticale wanden en bekleding moeten volgens de ‘oude’ Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren bij de klasse A2 : gemiddeld ontvlambaar, of een hogere klasse. Volgens de Europese norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen minstens te voldoen aan C-s1-d0.
De vloer en de vloerbedekking mogen volgens de ‘oude’ Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren bij de klasse A3 : gemakkelijk ontvlambaar, of hoger. Volgens de Europese norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen minstens te voldoen Dfl-s1.
Versieringen: onder versieringen verstaan we alle vormen van aankleding die niet behoren tot de normale functionele decoratie.
Versieringen mogen niet gemaakt zijn van makkelijk brandbare materialen zoals papier, riet, stro, karton, makkelijk brandbare kunststoffen, makkelijk brandbare stoffen… (te attesteren)
De aangebrachte versieringen mogen maximaal 10% van het totale muuroppervlakte bedekken.
Versieringen mogen geen lint vormen -> lontwerking.
Versieringen bevinden zich ten minste op twee meter van (nood)uitgangen en evacuatiewegen.
Verwarming: toegestaan: vaste gemonteerde (elektrische of op gas) toestellen op veilige afstand van brandbare materialen en te monteren volgens de voorschriften van de constructeur; alle verwarmingstoestellen op gas dienen gekeurd te worden door een EDTC •
Alle terrassen moeten voorzien worden van een stabiliteitsattest opgemaakt door de plaatse/constructeur met vermelding maximale belastingen (sneeuw, wind, lasten…)
Indien tijdelijke constructies aangebouwd zijn, moet er een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het pand beschikbaar zijn.
Indien de tijdelijke constructies met meerdere niveaus aangebouwd zijn, moet er een schriftelijke toestemming van de eigenaars van de bewoonde delen.
Tijdelijke constructies mogen het gebruik en de zichtbaarheid van hydranten en gasafsluiters niet negatief beïnvloeden.
Tijdelijke constructies mogen geen belemmering vormen voor hulpdiensten 4m x 4m + draaicirkel.
Tijdelijke constructies mogen geen belemmering vormen bij de hulpverlening van de brandweer.
De tijdelijke constructie mag geen belemmering vormen bij evacuatiewegen en uitgangen van omliggende gebouwen.
Blusmiddelen:
Algemeen: 1/150m²
Catering: zie rubriek catering
Catering: zie rubriek catering
Voor de constructie maakt de uitbater een brandrisicoanalyse op (uit deze analyse moet o.a. blijken dat de constructie voldoende weerstand aan brand kan bieden om de aanwezigen op een veilige manier te evacueren uit de constructie)
Indien er tewerkstelling is, is het A.R.A.B. van toepassing.