Hieronder vind je een overzicht terug van de keuringen en attesten die moeten kunnen voorgelegd worden.
*Als een evenementen doorgaat in een gebouw, kan de brandweer bijkomende attesten of keuringen opvragen.
Keuring van de tijdelijke elektrische installatie.
Een tijdelijke elektrische installatie moet verplicht gekeurd worden in België. Dit is een cruciale vereiste om de veiligheid te garanderen en ongevallen te voorkomen.
Verplichting
Elke tijdelijke elektrische installatie die voor een evenement wordt opgebouwd (dus niet de permanente installatie van een gebouw, maar alles wat er voor het evenement bijkomt), moet verplicht vóór de ingebruikname worden gekeurd.
Wie controleert?
Deze keuringen moeten uitgevoerd worden door een erkende externe dienst voor technische controle (EDTC). Dit zijn onafhankelijke en geaccrediteerde instanties die bevoegd zijn om elektrische installaties te controleren en attesteren.
Wat wordt er gekeurd?
De keuring omvat de volledige elektrische installatie, van de stroombron tot aan de verbruikers. Dit betekent:
Stroombronnen: Of het nu een aansluiting op het vaste net is of het gebruik van stroomgroepen/generatoren. De stroombron zelf en de aansluiting ervan op het distributienetwerk van het evenement.
Hoofdverdeelborden en onderverdeelborden: Controle op de conformiteit, beveiligingen (zekeringen, differentieelschakelaars), correcte bedrading en aarding.
Bekabeling: Alle kabels moeten in goede staat zijn (geen beschadigingen, geen onderbrekingen). Ze moeten de juiste sectie hebben voor de voorziene stroomsterkte en op een veilige manier worden aangelegd (bijv. in kabelgoten, niet losliggend, voldoende beschermd tegen beschadiging en water). Haspels moeten volledig worden uitgerold om oververhitting te voorkomen. Verlengsnoeren mogen niet onbeperkt aan elkaar gekoppeld worden.
Aarding: Een correcte en efficiënte aarding van de gehele installatie is van cruciaal belang voor de veiligheid. Dit wordt grondig gecontroleerd.
Differentieelschakelaars (Aardlekschakelaars): Deze moeten aanwezig zijn, correct gedimensioneerd zijn en correct functioneren om personen te beschermen tegen elektrocutie bij aardfouten.
CE-markering: Alle gebruikte elektrische materialen, toestellen en componenten moeten voorzien zijn van een geldige CE-markering, wat aangeeft dat ze voldoen aan de Europese veiligheidsnormen.
Algemeen goed vakmanschap: De installatie moet volgens de regels van de kunst zijn opgebouwd.
Keuringsattest
Na een positieve keuring ontvang je een officieel keuringsattest. Dit attest is een wettelijk verplicht document en moet altijd ter plaatse aanwezig zijn op het evenemententerrein. Dit geldt ook tijdens de opbouw en afbraak. Het moet op elk moment kunnen worden voorgelegd aan de bevoegde autoriteiten (brandweer, politie, gemeentelijke diensten, inspectie van het welzijn op het werk).
Samenvattend
De keuring van de volledige tijdelijke elektrische installatie door een erkende EDTC vóór de ingebruikname is de absolute hoeksteen van de wettelijke vereisten in België voor elektriciteit op evenementen. Zorg ervoor dat dit goed geregeld is.
Keuring van mobiele professionele verwarmingstoestellen.
Voor een mobiel professioneel verwarmingstoestel in België zijn de benodigde keuringen afhankelijk van de energiebron (elektrisch, gas, stookolie/diesel) en het specifieke gebruik (bijvoorbeeld op evenementen of werven). De nadruk ligt altijd op veiligheid, met name brandveiligheid en de correcte werking van de installatie.
Keuring van elektrische mobiele verwarmingstoestellen
Als het verwarmingstoestel elektrisch is en mobiel of tijdelijk wordt ingezet (bijvoorbeeld op een werf of evenement), dan valt het onder het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Jaarlijkse controle: Mobiele of tijdelijke elektrische installaties, waaronder professionele verwarmingstoestellen, moeten jaarlijks gekeurd worden door een erkend controleorganisme (EDTC).
Controlepunten: De keuring controleert onder andere:
De algemene staat van de elektrische bedrading en toestellen.
De aanwezigheid en correcte werking van beveiligingen (differentieelschakelaars, zekeringen).
De aarding van het toestel.
De afwezigheid van beschadigingen of onderbrekingen in kabels.
Voldoende afstand tot brandbare materialen.
Keuringsattest: Na een positieve keuring ontvangt u een keuringsverslag dat de conformiteit met het AREI bevestigt.
Keuring van gasgestookte mobiele verwarmingstoestellen (propaan, butaan, aardgas)
Voor professionele mobiele verwarmingstoestellen op gas gelden specifieke en strikte veiligheidsvoorschriften.
Keuring vóór ingebruikname: De gasinstallatie (inclusief slangen, koppelingen, drukregelaars en het toestel zelf) moet gekeurd worden vóór de eerste ingebruikname en na elke belangrijke wijziging of verplaatsing.
Wie keurt? Deze keuring moet worden uitgevoerd door een erkende technicus gasvormige brandstof (GV-erkend) of een erkend controleorganisme (EDTC). Bij evenementen wordt vaak een EDTC ingeschakeld voor de volledige gasinstallatie op het terrein.
Controlepunten: De keuring omvat onder andere:
Lekdichtheid: Controle van de gehele gasinstallatie op lekken.
Conformiteit: Gebruik van CE-gekeurd materiaal en correcte installatie volgens de regels van goed vakmanschap.
Slangen: Maximale lengte (vaak 2 meter, soms 1 meter voor specifieke zwarte slangen), maximale leeftijd (vaak 5 jaar, soms 10 jaar), en afwezigheid van beschadigingen.
Plaatsing van gasflessen: Gasflessen moeten buiten geplaatst worden (niet in tenten of gebouwen), stabiel staan, beschermd zijn tegen omvallen en weersinvloeden (regen, zon). Er gelden ook beperkingen op het aantal gasflessen en de opslag ervan.
Afvoer van verbrandingsgassen: Verplichting om verbrandingsgassen naar buiten af te voeren. Toestellen die verbrandingsgassen in een gesloten ruimte blazen, zijn verboden.
Keuringsattest: Een keuringsverslag is verplicht en moet op de locatie beschikbaar zijn.
Keuring van mobiele verwarmingstoestellen op vloeibare brandstof (stookolie, diesel)
Hoewel er geen strikte periodieke wettelijke keuringen door een externe dienst zijn zoals bij elektrische of gasinstallaties, is een grondige controle en onderhoud essentieel.
Verbrandingscontrole/Onderhoud: Het is sterk aanbevolen om het toestel regelmatig te laten controleren op een correcte en veilige verbranding (efficiëntie, uitstoot van schadelijke gassen zoals koolmonoxide). Dit wordt doorgaans uitgevoerd door een erkende technicus vloeibare brandstof (TV-erkend). Binnen onze hulpverleningszone wordt een jaarlijkse controle (uitgevoerd door een erkende technicus vloeibare brandstof (TV-erkend) van de installatie gevraagd.
Algemene staat: De eigenaar/verhuurder is verantwoordelijk voor de goede en veilige staat van het toestel. Dit omvat controles op:
Lekken.
Schade aan de behuizing of onderdelen.
Correcte werking van de beveiligingen.
De afvoer van verbrandingsgassen.
Plaatsing en brandstofopslag:
Afvoer van verbrandingsgassen: Essentieel is dat de verbrandingsgassen altijd naar buiten worden afgevoerd.
Ventilatie: Zorg voor voldoende ventilatie in de verwarmde ruimte.
Brandstofopslag: Brandstof moet veilig en conform de milieu- en brandveiligheidsvoorschriften worden opgeslagen (bijv. in goedgekeurde vaten, op veilige afstand van het toestel en brandbare materialen).
Vrije ruimte: Minimaal 1 meter vrije ruimte rondom het toestel is aanbevolen.
Algemene en lokale vereisten
CE-markering: Elk professioneel verwarmingstoestel moet voorzien zijn van een CE-markering, wat aangeeft dat het voldoet aan de Europese veiligheidsrichtlijnen.
Risicoanalyse en Veiligheidsplan: Voor professioneel gebruik, zeker op evenementen, is een gedetailleerde risicoanalyse en een veiligheidsplan verplicht. Hierin moeten de specifieke risico's van het verwarmingstoestel en de bijbehorende preventieve maatregelen worden opgenomen.
Gemeentelijke en Brandweervoorschriften: De lokale overheid (gemeente) en de brandweer kunnen aanvullende of specifiekere eisen stellen in het kader van evenementenvergunningen. Het is cruciaal om hun advies en eventuele zonale reglementen te raadplegen.
Samenvattend
Elektrisch: Jaarlijkse keuring door een erkend controleorganisme (EDTC).
Gas: Keuring vóór ingebruikname door een erkende technicus gasvormige brandstof (GV-erkend) of EDTC.
Vloeibare brandstof: Jaarlijkse verbrandingscontrole/onderhoud door een erkende technicus vloeibare brandstof (TV-erkend) en algemene veiligheidscontrole door de gebruiker/verhuurder.µ-
Zorg er altijd voor dat alle benodigde attesten en documenten aanwezig en voorlegbaar zijn tijdens het evenement.
Keuring van mobiele professionele lichtmasten.
Voor het gebruik van een mobiele lichtmast op evenementen in België zijn er verschillende keuringen en documenten die je moet kunnen voorleggen, voornamelijk gericht op de elektrische veiligheid en, in bredere zin, de stabiliteit en brandveiligheid.
Keuringsattest elektrische installatie (AREI-conformiteit)
Verplichting:
Dit is de meest cruciale keuring. Mobiele en tijdelijke elektrische installaties, waartoe een mobiele lichtmast met zijn interne elektrische componenten en de aansluiting op de stroomvoorziening (generator of net) behoort, moeten voldoen aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Wie keurt?
De keuring moet worden uitgevoerd door een erkend extern organisme voor technische controle (EDTC).
Frequentie
Voor tijdelijke, mobiele of verplaatsbare elektrische installaties (zoals lichtmasten op evenementen) is een jaarlijkse keuring vereist. Dit betekent dat het keuringsattest niet ouder mag zijn dan één jaar. Daarnaast is ook een keuring verplicht vóór de ingebruikname en bij elke belangrijke wijziging of uitbreiding.
Wat wordt gecontroleerd?
Visuele controle van de installatie, inclusief de conformiteit van de schema's met de werkelijkheid.
Testcontroles van differentiële inrichtingen (aardlekschakelaars).
Metingen, zoals aardverspreidingsweerstand en isolatieweerstand.
Controle op de juiste plaatsing van de verdeelkast, kabels en stopcontacten en hun IP-beveiliging.
Algemeen nazicht op overbelasting, kortsluiting, defecte contacten, enz.
CE-markering
Alle elektrische toestellen en machines, waaronder de mobiele lichtmast zelf en eventueel de geïntegreerde generator, moeten voorzien zijn van een geldige CE-markering. Dit geeft aan dat het product voldoet aan de Europese gezondheids-, veiligheids- en milieubeschermingsnormen.
Te voorzien
Voor de keuring moet je het eendraadschema en het situatieschema van de elektrische installatie kunnen voorleggen.
Samenvattend
De jaarlijkse elektrische keuring door een EDTC conform het AREI is de belangrijkste keuring die je moet kunnen voorleggen voor een mobiele lichtmast naast een keuring vóór de ingebruikname en bij elke belangrijke wijziging of uitbreiding. Zorg er altijd voor dat alle benodigde attesten en documenten aanwezig en voorlegbaar zijn tijdens het evenement.
Keuring van foodtrucks.
In België zijn er voor foodtrucks, gezien hun aard als mobiele horecazaken, verschillende wettelijke keuringen en vergunningen verplicht. Deze richten zich voornamelijk op elektrische veiligheid, gasveiligheid en brandveiligheid.
Keuringsattest elektrische installatie (AREI-conformiteit)
Verplichting: De elektrische installatie in je foodtruck (verlichting, koelkasten, kooktoestellen, etc.) moet voldoen aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Wie keurt? Een erkend extern organisme voor technische controle (EDTC), zoals Vinçotte of ACEG, moet deze keuring uitvoeren.
Frequentie: Voor mobiele en verplaatsbare installaties zoals foodtrucks is een jaarlijkse keuring verplicht.
Wat wordt gecontroleerd? Visuele controle, testcontroles van differentiële inrichtingen (aardlekschakelaars), metingen (aardverspreidingsweerstand, isolatieweerstand), en conformiteit van schema's met de werkelijkheid.
Te voorzien: Het eendraadschema en het situatieschema van de elektrische installatie.
Keuringsattest gasinstallatie (indien aanwezig)
Verplichting: Als je foodtruck op gas kookt of verwarmt, moet de gasinstallatie gekeurd worden op conformiteit en dichtheid. Gaslekkages vormen een aanzienlijk risico.
Wie keurt? Dit wordt meestal ook uitgevoerd door een erkend extern organisme voor technische controle (EDTC) gespecialiseerd in gasinstallaties.
Frequentie: Net als de elektrische keuring is deze jaarlijks vereist, zeker voor mobiele toepassingen.
Brandveiligheidsattest / Aanwezigheid brandblussers
Verplichting: Elke foodtruck moet voldoende en geschikte brandblusmiddelen aan boord hebben.
Welke? De keuze van de brandblusser hangt af van de aanwezige brandrisico's (bijv. vetbranden). Voor foodtrucks waar met frituurvet gewerkt wordt, is een schuim-vetbrandblusser (klasse F) aanbevolen. In de brandweerzone Fluvia is een blusdeken ook verplicht. De brandblussers moeten een BENOR-label hebben en jaarlijks gecontroleerd worden.
Preventie: Daarnaast moet er aandacht zijn voor algemene brandpreventie: juiste opstelling van apparatuur, goed werkende afzuiging, veilige opslag van gasflessen, etc. De lokale brandweer kan specifieke eisen stellen voor evenementen.
Samenvattend
Door al deze aspecten correct af te handelen, zorg je ervoor dat je foodtruck wettelijk in orde is en veilig kan opereren. Het is altijd raadzaam om contact op te nemen met een erkend keuringsorganisme voor gedetailleerde informatie over de elektrische en gasinstallatiekeuringen. Zorg er altijd voor dat alle benodigde attesten en documenten aanwezig en voorlegbaar zijn tijdens het evenement.
Attest gasdichtheid losse cateringtoestellen op gas.
Het gebruik van losse cateringtoestellen op gas is, voor evenementen binnen Brandweerzone Fluvia, onderworpen aan strikte reglementering om de veiligheid van zowel het personeel als het publiek te garanderen. Deze regelgeving omvat verschillende aspecten, voornamelijk op het gebied van gasveiligheid, brandveiligheid en algemene veiligheid/risicobeheer.
Verplichting:
De gehele gasinstallatie, van de gasfles tot aan het toestel, inclusief drukregelaars, slangen en koppelingen, moet conform de geldende reglementering zijn. Dit attest bevestigt dat de installatie voldoet aan de geldende veiligheidsnormen en lekvrij werkt.
Wie controleert?
Binnen brandweerzone Fluvia mag de controle van de installatie worden uitgevoerd door een persoon die over de nodige kennis beschikt (een bevoegd persoon).
Frequentie:
Voor mobiele en tijdelijke installaties (zoals die op evenementen) verwachten we binnen brandweerzone Fluvia dat vóór elk gebruik een volledige controle van de installatie wordt uitgevoerd.
Wat moet gecontroleerd worden?
Dichtheid: De installatie wordt getest op gaslekken. Dit kan bijvoorbeeld door een mengeling van detergent en water te vernevelen op alle verbindingen. In de handel zijn hier ook specifieke producten voor beschikbaar.
Materialen: Controle van de gebruikte materialen (leidingen, slangen, kranen, koppelingen). Deze moeten geschikt zijn voor gas, hittebestendig en van professionele kwaliteit zijn. Flexibele gasslangen mogen bijvoorbeeld niet langer zijn dan 2 meter en moeten om de 5 jaar vervangen worden, afhankelijk van de productiedatum die erop vermeld staat (maximaal 5 jaar na productiedatum). Indien de datum niet meer leesbaar is, moet de gasslang onmiddellijk vervangen worden. Beschadigde slangen moeten eveneens onmiddellijk worden vervangen. De gasslangen moeten voorzien zijn van de juiste spanringen of beugels.
Plaatsing: Correcte en veilige opstelling van gasflessen (zie hieronder) en toestellen.
Ventilatie: Zorg voor voldoende aanvoer van verse lucht voor de verbranding en afvoer van verbrandingsgassen (CO).
Toestellen: De gastoestellen zelf moeten voorzien zijn van een CE-markering en, indien van toepassing, van een vlambeveiliging (die de gastoevoer afsluit als de vlam dooft) en een omvalbeveiliging.
Schema's: Voor een correcte keuring is vaak een isometrisch schema van de gasinstallatie nodig.
Maak na elke controle een verslag op met de gecontroleerde aspecten en de bevindingen. De naam van de uitvoerder en de datum van controle moeten in het verslag worden opgenomen.
Samenvattend
De reglementering rond het gebruik van losse gascateringtoestellen in België is omvangrijk en complex, maar essentieel voor de veiligheid. Een controle van de gasinstallatie vóór elk gebruik is de basis. Zorg er altijd voor dat alle benodigde attesten en documenten aanwezig en voorlegbaar zijn tijdens het evenement.
Attest blustoestellen.
Blustoestellen moeten verplicht gecontroleerd worden in België, en dit moet gebeuren door erkende en gecertificeerde professionals.
Voor blustoestellen die in een openbare context, in gemeenschappelijke delen van appartementen of in bedrijven worden gebruikt, is een jaarlijkse keuring en onderhoud wettelijk verplicht.
A. Met BENOR- of BOSEC-label (aangekocht bij een gespecialiseerde brandbeveiligingsfirma):
Deze blussers worden bij de productie en distributie al gecontroleerd en voldoen aan de Belgische en Europese normen (NBN EN 3). Ze zijn voorzien van de vereiste labels. In dit geval hoeft het blustoestel niet onmiddellijk na aankoop opnieuw gekeurd te worden door een erkend en gecertificeerd bedrijf. De eerste keuring door een externe erkende firma zal plaatsvinden rond het einde van het eerste levensjaar van de blusser (vaak staat er een productiedatum op).
B. ZONDER BENOR- of BOSEC-label (bijvoorbeeld aangekocht in een warenhuis of bouwmarkt):
Deze blussers zijn vaak bedoeld voor particulier gebruik en hebben geen keuringssticker of BENOR-label dat conformiteit voor professionele toepassingen garandeert. In een professionele of openbare context moet een dergelijk blustoestel wél onmiddellijk gekeurd worden door een erkend en gecertificeerd bedrijf vóór de eerste ingebruikname. Dit is noodzakelijk om te garanderen dat het voldoet aan de eisen van de NBN S21-050 en de geldende wetgeving. Zonder keuringssticker en keuringsattest ben je immers niet in regel.
Het onderhoud en de keuring moeten worden uitgevoerd door een erkend en gecertificeerd bedrijf dat werkt volgens de Belgische norm NBN S21-050. De technici van deze bedrijven moeten gekwalificeerd zijn en beschikken over de nodige kennis en middelen.
Regelmatig onderhoud en keuring zijn essentieel om ervoor te zorgen dat de blustoestellen in geval van brand correct functioneren, de veiligheid van mensen en eigendommen te waarborgen en te voldoen aan de wettelijke eisen en verzekeringsvoorwaarden.
Het onderhoud van brandblussers moet jaarlijks worden uitgevoerd door een erkend en gecertificeerd bedrijf.
Attest veiligheidsverlichting.
Op evenementen die plaatsvinden binnen Brandweerzone Fluvia, moet een attest van goed werkende veiligheidsverlichting kunnen worden voorgelegd. Dit geldt zowel voor verlichting in tenten als op buitenterreinen. Dit is cruciaal voor de veiligheid van het publiek en het personeel, vooral in geval van stroomuitval of noodsituaties.
Veiligheidsverlichting is verlichting die onmiddellijk en automatisch inschakelt bij stroomuitval en vervolgens gedurende een bepaalde tijd (minimaal één uur) moet blijven branden.
Veiligheidsverlichting moet bij nooduitgangen en evacuatiewegen worden voorzien op de volgende locaties:
Tenten en evenemententerreinen.
Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, zoals bepaald in het Koninklijk Besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Het attest moet aantonen dat de veiligheidsverlichting correct is aangesloten, naar behoren werkt en voldoende autonomie (vaak minimaal één uur) heeft, en dat deze voldoet aan de geldende normen.
Veiligheidsverlichting moet gecontroleerd worden vóór aanvang van het evenement, bij voorkeur kort na de montage (let wel: de batterijen moeten de nodige tijd hebben om op te laden). Binnen Brandweerzone Fluvia mag het testen van de veiligheidsverlichting worden uitgevoerd door een bevoegd persoon.
De controle houdt in dat de veiligheidsverlichting getest wordt op goede werking (automatisch aanschakelen, voldoende lichtsterkte en voldoende autonomie). Na uitvoering van de controle moet een verslag (attest) worden opgemaakt waarin alle gecontroleerde aspecten, de naam van de uitvoerder en de datum van uitvoering zijn opgenomen.
Samenvattend
Bij veiligheidsverlichting in een tent of op een evenemententerrein moet de organisator aan de hand van een attest kunnen aantonen dat deze in goede en werkende staat verkeert volgens de geldende normen en lokale voorschriften. Dit attest is een essentieel document dat je bij het evenement (en tijdens op- en afbouw) bij de hand moet hebben.
Attest waarschuwing en alarm.
Op evenementen die plaatsvinden binnen Brandweerzone Fluvia, moet een attest van een goed werkend waarschuwings- en alarmsysteem kunnen worden voorgelegd. De aanwezigheid van een waarschuwings- en alarmsysteem is verplicht. Dit is cruciaal voor de veiligheid van het publiek en het personeel, vooral in geval van calamiteiten.
Een waarschuwings- en alarmsysteem is een cruciaal veiligheidssysteem dat ontworpen is om mensen snel en effectief te informeren over een dreigende of actuele noodsituatie. Het hoofddoel is om een geordende reactie te faciliteren, paniek te voorkomen en een veilige evacuatie of het nemen van gepaste acties mogelijk te maken.
Het attest moet aantonen dat het waarschuwings- en alarmsysteem correct is aangesloten en naar behoren werkt.
Evenementen tot 500 personen: een klankinstallatie.
Evenementen tot 1.000 personen: een klankinstallatie met als back-up één of meerdere megafoons.
Evenementen boven 1.000 personen of bij structuren/constructies met meerdere niveaus: de klankinstallatie met autonome stroombron.
Een waarschuwings- en alarmsysteem moet gecontroleerd worden vóór aanvang van het evenement, bij voorkeur kort na de montage. Binnen Brandweerzone Fluvia mag het testen van een waarschuwings- en alarmsysteem worden uitgevoerd door een bevoegd persoon.
De controle houdt in dat het waarschuwings- en alarmsysteem getest wordt op goede werking. Na uitvoering van de controle moet een verslag (attest) worden opgemaakt waarin alle gecontroleerde aspecten, de naam van de uitvoerder en de datum van uitvoering zijn opgenomen.
Bij een waarschuwings- en alarmsysteem in een tent of op een evenemententerrein moet de organisator aan de hand van een attest kunnen aantonen dat deze in goede en werkende staat verkeert. Dit attest is een essentieel document dat je moet kunnen voorleggen aan de hulpdiensten.
Attesten en keuringen tijdelijke constructies/structuren.
Als je tijdelijke constructies/structuren plaatst op evenementen die plaatsvinden binnen Brandweerzone Fluvia, moet je bepaalde keuringen en/of attesten kunnen voorleggen. Hieronder vind je een overzicht:
Onder tijdelijke constructies/structuren verstaan we alle bouwwerken van tijdelijke aard die specifiek voor het evenement zijn geplaatst, zoals tenten, podia, tribunes, trussconstructies, stellingbouw, enzovoort.
Voor elke tijdelijke constructie/structuur dient er volgens de norm NBN EN 13782 steeds een berekening of bouwboek te kunnen worden voorgelegd. Dit document moet in het bezit van de organisator zijn en kunnen voorgelegd worden aan de hulpdiensten.
De onderstaande eisen gelden voor tenten met een maximale bezetting kleiner dan 100 personen, of wanneer de gecumuleerde oppervlakte van alle tijdelijke structuren/constructies kleiner is dan 60 m².
Binnen Brandweerzone Fluvia worden voor bovenstaande tenten, tijdelijke structuren/constructies geen specifieke eisen gesteld. Gebruik bij deze tenten, structuren/constructies het principe van goed huisvaderschap.
De onderstaande eisen gelden voor tenten met een maximale bezetting tussen 100 en 1.000 personen, of wanneer de gecumuleerde oppervlakte van alle tijdelijke structuren/constructies groter is dan 60 m² en kleiner is dan 500 m².
Voor elke tijdelijke structuur/constructie moet een bouwboek of de bijbehorende berekeningen kunnen worden voorgelegd. Dit bouwboek of de bijhorende berekeningen moeten onder meer de volgende zaken bevatten:
Een overzicht van de verschillende maximale belastingen (sneeuwbelasting, windbelasting, lasten, enzovoort) en de te nemen acties indien deze belastingen of lasten worden overschreden.
Een attest, opgemaakt door de opbouwer na het opbouwen van de tijdelijke structuur/constructie, waaruit blijkt dat de tijdelijke structuur/constructie is opgebouwd zoals beschreven in het bouwboek of de bijhorende berekeningen. Tevens moet hieruit blijken dat de tijdelijke constructie/structuur voldoende stabiliteit biedt en verankerd is zoals beschreven in het bouwboek of de bijhorende berekeningen.
Een attest met de brandklasse van de gebruikte constructiematerialen (bijvoorbeeld panelen, zeilen, enzovoort).
De onderstaande eisen gelden voor tenten met een maximale bezetting hoger dan 1.000 personen, of indien de gecumuleerde oppervlakte van alle tijdelijke structuren/constructies groter is dan 500 m².
Voor elke tijdelijke structuur/constructie moet een bouwboek of de bijbehorende berekeningen kunnen worden voorgelegd. Dit bouwboek of de bijhorende berekeningen moeten onder meer de volgende zaken bevatten:
Een overzicht van de verschillende maximale belastingen (sneeuwbelasting, windbelasting, lasten, enzovoort) en de te nemen acties indien deze belastingen of lasten worden overschreden.
Een attest, opgemaakt door de opbouwer na het opbouwen van de tijdelijke structuur/constructie, waaruit blijkt dat de tijdelijke structuur/constructie is opgebouwd zoals beschreven in het bouwboek of de bijhorende berekeningen. Tevens moet hieruit blijken dat de tijdelijke constructie/structuur voldoende stabiliteit biedt en verankerd is zoals beschreven in het bouwboek of de bijhorende berekeningen.
Een attest met de brandklasse van de gebruikte constructiematerialen (bijvoorbeeld panelen, zeilen, enzovoort).
Een controleverslag van een EDTC (Externe Diensten voor Technische Controles op de Werkplaats ) met de geldende norm als controleaspect. Het verslag moet specifiek voor uw evenement worden opgemaakt na de opbouw van de tijdelijke constructie/structuur. Eventuele inbreuken of bemerkingen in het verslag moeten worden weggewerkt vóór ingebruikname van de tijdelijke structuur/constructie.
Onderstaande eisen gelden voor tijdelijke structuren/constructies met niveaus (bijvoorbeeld vip-decks, tribunes, tenten met meerdere verdiepingen, enzovoort).
Voor elke tijdelijke structuur/constructie moet een bouwboek of de bijbehorende berekeningen kunnen worden voorgelegd. Dit bouwboek of de bijhorende berekeningen moeten onder meer de volgende zaken bevatten:
Een overzicht van de verschillende maximale belastingen (sneeuwbelasting, windbelasting, lasten, enzovoort) en de te nemen acties indien deze belastingen of lasten worden overschreden.
Een attest, opgemaakt door de opbouwer na het opbouwen van de tijdelijke structuur en/of constructie, waaruit blijkt dat de tijdelijke structuur/constructie is opgebouwd zoals beschreven in het bouwboek of de bijhorende berekeningen. Tevens moet hieruit blijken dat de tijdelijke constructie/structuur voldoende stabiliteit biedt en verankerd is zoals beschreven in het bouwboek of de bijhorende berekeningen.
Een attest met de brandklasse van de gebruikte constructiematerialen (panelen, zeilen, enzovoort).
Een controleverslag van een EDTC met de geldende norm als controleaspect. Het verslag moet specifiek voor uw evenement worden opgemaakt na de opbouw van de tijdelijke constructie/structuur. Eventuele inbreuken of bemerkingen in het verslag moeten worden weggewerkt vóór ingebruikname van de tijdelijke structuur/constructie.
Sjorconstructies dienen te worden opgebouwd volgens de regels. Verschillende jeugdbewegingen hebben documenten met richtlijnen over hoe je te werk moet gaan om tot een stevige en veilige sjorconstructie te komen.
Bijkomende materialen die worden gebruikt naast de basismaterialen van de tijdelijke constructie/structuur, moeten aan onderstaande eisen voldoen. Een staving hiervan dient te gebeuren door het voorleggen van een attest.
Daken, plafonds en valse plafonds:
Volgens de Europese Norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen te voldoen aan:
A1.
A2-s1-d0.
B-s1-d0.
Dit komt overeen met de 'oude' Belgische Norm NBN S 21-203 voor materialen die als:
A0 (niet brandbaar) of A1 (praktisch niet-brandbaar of zeer moeilijk ontvlambaar).
M0 (onbrandbaar) of M1 (niet of nauwelijks brandbaar).
Verticale wanden en bekleding:
Volgens de Europese Norm NBN EN 13501-1 dienen deze materialen minstens te voldoen aan C-s1-d0.
Dit komt overeen met de 'oude' Belgische Norm NBN S 21-203:
A2 (moeilijk ontvlambaar / gemiddeld ontvlambaar) of hoger.
M2 (moeilijk ontvlambaar) of hoger.
Vloeren en vloerbedekking:
Volgens de Europese Norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen minstens te voldoen aan Dfl-s1.
Volgens de 'oude' Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren tot de klasse A3 (gemakkelijk ontvlambaar), of hoger.
Samenvattend:
Welke keuringen en/of attesten je moet kunnen voorleggen, hangt af van de oppervlakte, het type en de grootte van de structuren of constructies. Deze keuringen en/of attesten zijn noodzakelijk om te garanderen dat de structuren of constructies veilig gebruikt kunnen worden. Zorg er daarom altijd voor dat alle benodigde attesten en documenten aanwezig en voorlegbaar zijn tijdens het evenement.
Attest branklasse aankledingsmaterialen.
Voor evenementen die plaatsvinden binnen Brandweerzone Fluvia, is het verplicht om de brandveiligheid/brandklasse van aankledingsmaterialen te attesteren. Dit is een essentieel onderdeel van brandpreventie om de snelle verspreiding van brand te voorkomen en een veilige evacuatie te garanderen.
Welke materialen moeten geattesteerd worden?
De attestplicht geldt voor alle aankledings- en decoratiematerialen die een aanzienlijk brandrisico kunnen vormen of die de brandveiligheid (zoals evacuatie) kunnen beïnvloeden. Dit omvat onder andere:
Doeken en zeilen: Voor tenten, bekleding van wanden, plafonds, of als decoratie.
Gordijnen en tapijten: Binnen tijdelijke structuren.
Decoratiematerialen: Denk aan kunstbloemen, slingers, banners, foto's en posters.
Meubelbekleding: Hoewel vaak minder prominent genoemd, kunnen ook stoffen op meubilair een rol spelen.
Vereiste Brandklassen
De vereiste brandklasse hangt af van de locatie van het materiaal en het risico:
Daken, plafonds en valse plafonds:
Volgens de Europese Norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen te voldoen aan:
A1.
A2-s1-d0.
B-s1-d0.
Dit komt overeen met de 'oude' Belgische Norm NBN S 21-203 voor materialen die als:
A0 (niet brandbaar) of A1 (praktisch niet-brandbaar of zeer moeilijk ontvlambaar).
M0 (onbrandbaar) of M1 (niet of nauwelijks brandbaar).
Verticale wanden en bekleding:
Volgens de Europese Norm NBN EN 13501-1 dienen deze materialen minstens te voldoen aan C-s1-d0.
Dit komt overeen met de 'oude' Belgische Norm NBN S 21-203:
A2 (moeilijk ontvlambaar / gemiddeld ontvlambaar) of hoger.
M2 (moeilijk ontvlambaar) of hoger.
Vloeren en vloerbedekking:
Volgens de Europese Norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen minstens te voldoen aan Dfl-s1.
Volgens de 'oude' Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren tot de klasse A3 (gemakkelijk ontvlambaar), of hoger.
Algemene versieringen:
Gemakkelijk brandbare materialen zoals rietmatten, stro, karton, hooi of onbehandeld textiel zijn vaak verboden of moeten brandvertragend behandeld zijn en voorzien zijn van een attest.
Ze mogen geen aaneengesloten pad vormen (bijvoorbeeld in slingers) dat brand snel kan verspreiden.
Hoe staven/attesteren?
De organisator moet de vereiste bewijzen van de brandklasse kunnen voorleggen. Dit kan via:
Attest van de fabrikant of leverancier: Een officieel document dat de brandklasse van het materiaal certificeert.
Certificaat van brandvertragende behandeling: Indien het materiaal achteraf brandvertragend is behandeld, moet er een attest zijn van het bedrijf dat de behandeling heeft uitgevoerd, met specificatie van de gebruikte methode en de bereikte brandklasse.
Samenvattend
Gemakkelijk brandbare materialen zijn altijd uit den boze. Vraag steeds het attest van de brandklasse van de materialen op bij de fabrikant of leverancier. Kan er geen attest aangeleverd worden door de fabrikant of leverancier, laat de materialen die je wenst te gebruiken dan behandelen door een gespecialiseerd bedrijf. Vraag na de behandeling het attest op. Zorg ervoor dat alle benodigde attesten aanwezig en voorlegbaar zijn tijdens het evenement. Het niet kunnen voorleggen van de juiste attesten kan leiden tot het afkeuren van de opstelling.