Terras: buitenconstructie of bijgebouw?
Indien een terras overdekt is en de buitenwanden voor minder dan 50% open zijn, dan wordt het terras aanzien als bijgebouw: verder in de tekst beschreven als bijgebouwen. In dit geval mag de loopafstand vanuit elk punt tot een open wand is maximaal 30 m bedragen.
Terrassen die overdekt of niet overdekt zijn en waarbij de buitenwanden voor meer dan 50% open zijn, worden aanzien als terrasconstructie : verder in de tekst beschreven als terrasconstructies
BIJGEBOUWEN
Met het bouwen van een bijgebouw verandert de capaciteit en de evacuatie van het gebouw. Net zoals het gebouw moet het bijgebouw voldoen aan geldende regelgeving. Gezien de wijzigingen is het aangeraden het geheel opnieuw af te toetsen aan de geldende regelgeving. Hiervoor kan er een nieuw brandpreventieverslag opgemaakt worden.
Tips voor terrasconstructies
Bezetting en evacuatie:
Evacuatiemogelijkheden bestaande gebouw mogen niet beperkt worden door het aanbouwen van een terras;
1 uitgang = max. 50 personen, anders 2de uitgang (<500p.); volgens aangegeven maximale totale capaciteit (indien wanden aanwezig en dus geen vrije evacuatie mogelijk is)
Breedte uitgangen en evacuatiewegen a rato van 1cm/p;
Evacuatieafstand: looplijn is max. 45m;
Uitgangen en evacuatiewegen zijn steeds vrij en bruikbaar;
De uitgang van het gebouw en van de terrasconstructie liggen in eenzelfde lijn.
Bouwmaterialen en functionele decoratie:
Daken, plafonds en valse plafonds moeten volgens de ‘oude’ Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren bij de (reactie bij brand) klasse A1 : moeilijk ontvlambaar, of klasse A0 : niet brandbaar. Volgens de Europese norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen te voldoen aan:
A1 ofwel
A2-s1-d0 ofwel
B-s1-d0
De verticale wanden en bekleding moeten volgens de ‘oude’ Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren bij de klasse A2 : gemiddeld ontvlambaar, of een hogere klasse. Volgens de Europese norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen minstens te voldoen aan C-s1-d0.
De vloer en de vloerbedekking mogen volgens de ‘oude’ Belgische Norm NBN S 21-203 vervaardigd zijn uit materialen die behoren bij de klasse A3 : gemakkelijk ontvlambaar, of hoger. Volgens de Europese norm NBN EN 13501-2 dienen deze materialen minstens te voldoen Dfl-s1.
Versieringen: onder versieringen verstaan we alle vormen van aankleding die niet behoren tot de normale functionele decoratie.
Versieringen mogen niet gemaakt zijn van makkelijk brandbare materialen zoals papier, riet, stro, karton, makkelijk brandbare kunststoffen, makkelijk brandbare stoffen… (te attesteren)
De aangebrachte versieringen mogen maximaal 10% van het totale muuroppervlakte bedekken.
Versieringen mogen geen lint vormen -> lontwerking.
Versieringen bevinden zich ten minste op twee meter van (nood)uitgangen en evacuatiewegen.
Verwarming: toegestaan: vaste gemonteerde (elektrische of op gas) toestellen op veilige afstand van brandbare materialen en te monteren volgens de voorschriften van de constructeur; alle verwarmingstoestellen op gas dienen gekeurd te worden door een EDTC •
Alle terrasconstructies moeten voorzien worden van een stabiliteitsattest opgemaakt door de plaatse/constructeur met vermelding maximale belastingen (sneeuw, wind, lasten…)
Indien terrasconstructies aangebouwd zijn, moet er een schriftelijke toestemming van de eigenaar van het pand beschikbaar zijn.
Indien de Terrasconstructies meerdere niveaus heeft moet er een schriftelijke toestemming van de eigenaars van de bewoonde delen.
Terrasconstructies mogen het gebruik en de zichtbaarheid van hydranten en gasafsluiters niet negatief beïnvloeden;
Terrasconstructies mogen geen belemmering vormen voor hulpdiensten 4m x 4m + draaicirkel;
Terrasconstructies mogen geen belemmering vormen bij de hulpverlening van de brandweer;
De terrasconstructie mag geen belemmering vormen bij evacuatiewegen en uitgangen van omliggende gebouwen;
Voor de terrasconstructie maakt de uitbater een brandrisicoanalyse op. (uit deze analyse moet o.a. blijken dat de constructie voldoende weerstand aan brand kan bieden om de aanwezigen op een veilige manier te evacueren uit de constructie)
Indien er tewerkstelling is, is het A.R.A.B. van toepassing.